Rondreis door Costa Rica, de Arenal
Vrije dag bij de Arenalvulkaan bij La Fortuna
Rob en Anita Loos, 4-8-2004
 Al
om 6 uur staan we gewassen en geschoren klaar om te ontbijten.
Een Nederlandse groep is met de bus gearriveerd en zitten aan
tafel in het restaurant. Als we de prijzen horen die de gids noemt
voor de excursies zijn we blij dat we op eigen gelegenheid kunnen
gaan en staan waar we willen!
Het mooiste nog is dat het niet meer regent en dat we dus hoop
hebben op uitzicht op de vulkaan. Anita had iets gelezen over
Los Lagos, dit zou bij een boer zijn die entreegeld vroeg voor
een paar mooie trails naar azuurblauwe meertjes aan de voet van
de vulkaan. Deze boer had de afgelopen jaren kennelijk goed geboerd
want er was een groot hotel verrezen op de plek die in het boekje
stond vermeld. Bij de receptie betaalde we een paar dollar (1500
col. P.p.) en kregen we een kaartje met een route naar de vulkaan.
De meertjes konden we niet meer bezoeken, hier waren in 2000 nog
een paar toeristen verongelukt door neervallende stenen en lava
uit de vulkaan. We zitten er nu wel heel erg dicht bovenop.
 Met
de auto komen we na een zware klim aan bij een observatiepunt
waar vandaan we de meertjes kunnen zien en jawel hoor, het onderste
gedeelte van de vulkaan is duidelijk te zien. De bewolking lijkt
nog iets op te trekken en te voet gaan we de paarden achterna
die met toeristen en een gids het oerwoud in trekken.
Het pad is schitterend maar we zien onder ieder blad een Fer-de-Lance
of Bushmaster en dus draaien we maar snel om. Het is toch geen
prettig gevoel alleen zo vroeg het woud in te trekken met al die
kruipende beestjes. Onze reactie is dan misschien wat overdreven,
je moet er niet aan denken ver van de bewoonde wereld gebeten
te worden, zonder tegengif of medische hulp.
Enfin, de plek bij het observatiehuisje maakt weer een boel goed
want als we er goed en wel arriveren, komen er 3 toekans in een
boom zitten. Voor ons zit nog een andere grote vogel op een tak.
We weten niet wat voor soort het is maar het geeft weer wel een
mooie foto. Dat zoeken we later nog wel eens uit. En alsof het
op bestelling is, trekt de bewolking helemaal op. We zien grote
keien van de heuvel afrollen en soms valt er lava dat goed te
zien is door de rookwolkjes op de wand van de vulkaan. Ook het
gerommel van de Arenal is met tussenpozen heel goed te horen.
De meertjes liggen er nog steeds, ze zijn nog steeds azuurblauw
maar de bomen zien er verbrand en schraal uit. Geen beste plek
om te picknicken lijkt ons zo.
Na een tijdje genieten van het uitzicht rijden we terug naar
de voorzijde van het hotel Los Lagos. Er is ook een kleine dierentuin
en als we de eerste krokodil zien denkt Anita dat hij van plastic
is. Gelukkig beweegt de tweede. In de vlindertuin is de verzorger
zo vriendelijk ons op sleeptouw te nemen. Hij spreekt geen woord
Engels maar gaat ons trots voor om de vlinders te laten zien.
Als hij zijn hand in de modder duwt trekt hij een dikke bijtschildpad
naar boven. In de kikkertuin zet hij de kikkers voor ons in een
posestand op een blad en hoewel dit eigenlijk niks is om te fotograferen,
willen we hem niet teleurstellen. Een binnengeglipte schildpad
wordt ook nog de toegang tot de kikkertuin ontzegd.
In de kleine zoo zien we een hekwerk waarvan we niet weten wat
erachter zit. Als we naar een leguaan staan te kijken komt er
plotseling een joekel van een krokodil aangesjokt. De oppasser
port hem eens flink met de bezemsteel en hij of zij gromt als
een leeuw. Even verderop ligt de trots van de oppasser, een in
1958 gevangen monster van meer dan 6 meter. Deze heeft de afmeting
van een Australische Salty.
Na een weinig verfrissende duik in het zwembad van het hotel (gevoed
met warm water van de vulkaan) gaan we proberen het stuwmeer te
bereiken waar zoveel over geschreven is in de gids van Lonely
Planet. We rijden richting Tilaran maar hoe we ook rijden, we
zien het meer wel maar kunnen er met geen mogelijkheid bijkomen.
Onderweg zien we nog wel onze eerste neusbeer en een hond met
pups die kennelijk door iemand is achtergelaten.
Jammer dat er geen viewpoints zijn om het meer eens goed te bekijken.
Omdat Tilaran nog ver weg is, draaien we om en gaan in La Fortuna
nog even naar de plaatselijke supermarkt voor het vaste rantsoen
van water, cola en chips.
Onderweg stoppen we ook nog even bij de warmwaterbronnen. Het
parkeren is hier slechts toegestaan met de bips van de auto tegen
de bomen aan in plaats van andersom. We snappen er kennelijk niks
van en na 2 keer gidsen door de parkeercontroleur doen we maar
wat hij vraagt. Bij de ingang van de bronnen, die toebehoren aan
een hotel, zien we de hoge entreeprijs van $43 P.p. en besluiten
om te draaien, dit gezien het tijdstip op de dag en het feit dat
we geen zwemkleding aanhebben.
Met de coupons die we bij de huurauto hebben gekregen kunnen
we gratis internetten en dat lukt dan ook, ware het niet dat de
verbinding zo traag is dat we niet kunnen inloggen in onze e-mail.
We zien nog wel even het plaatselijke nieuws uit Breda e.o. Er
heerst een hittegolf in Nederland, zoals altijd trouwens als wij
op vakantie zijn.
Voor in het dorp (vanaf de vulkaan) zit een internationaal restaurant.
Anita bestelt een vis die door mij eigenhandig gevangen moet worden.
Als ze hem later in een bananenblad gewikkeld geserveerd krijgt,
blijkt de kop er nog aan te zitten. Met lange tanden nipt ze wat
van de vis en denkt jaloers na over mijn hamburger. Uiteindelijk
wordt de vis duur betaald want dit culinaire hoogstandjes is met
$31 niet echt goedkoop te noemen voor.

|